ONTSTAAN

Dit is het verhaal van een droom, de droom van Rony Dario Alba Vega. Lang geleden groeide hij op in Atima, een dorpje in het departement Santa Bárbara in het Centraal-Amerikaanse land Honduras. De belangrijkste bron van inkomen in die streek is de koffie. Maar Honduras is een heel arm land: het is een van de armste en minst ontwikkelde landen van Latijns-Amerika. Meer dan 50% van de bevolking leeft er onder de armoedegrens. Het verschil tussen arm en rijk is groot en er is een grote werkloosheid. Het minimumloon in Honduras bedraagt momenteel zo'n 300€ per maand. De belangrijkste exportproducten van Honduras zijn koffie en bananen.

Atima: la tierra del café que sabe a cariño

Aangezien het grootste deel van de inwoners in Los Llanitos, het gehucht in Atima waarvan Rony afkomstig is, familie is van Rony, besloot hij om, 13 jaar nadat hij naar België gekomen was, zijn droom na te jagen. Hij vatte het plan op om samen met zijn familie daar een eigen koffieplantage te beginnen. In eerste instantie deed hij een beroep op zijn vader, Mardoquin. Samen met de familie kochten ze in 2013 zes hectare grond op 1460m hoogte, waarop ze de nodige voorbereidingen troffen om de koffie te planten. Rony coördineerde de werken vanuit België, Mardoquin verzamelde de nodige mensen en logistiek ter plaatse om de werken uit te voeren. De plantage werd "Finca El Pacayal" genoemd, naar het gebied waar de grond zich bevindt. Het werd een heus familieproject. Rony zag er op toe dat de mensen daar een eerlijke prijs en behandeling kregen voor het vele werk dat ze in de plantage staken. Waar veel mensen in de streek voor grote koffieboeren werken en enkel geld krijgen om te kunnen voorzien in basisonderhoud, zag Rony er op toe dat ook de sfeer op de plantage optimaal bleef. Hij zorgde voor bevoorrading: frisdrank, tortilla’s enzovoort en dat werd heel erg door de mensen geapprecieerd. Ze kenden elkaar ook allemaal, wat uiteraard ook bevorderlijk is voor de sfeer. Allemaal samen werkten ze voor eenzelfde doel: verbetering van het dorp, aanleveren van kwalitatieve koffie en op die manier naamsbekendheid kweken in België.

Finca El Pacayal in de beginperiode

Finca El Pacayal in de beginperiode

Helaas sloeg in april 2015 het noodlot toe. Mardoquin, beter gekend als “Quin” was net vertrokken naar de plantage, toen hij getroffen werd door een hartaanval. Er werd nog geprobeerd om hem te reanimeren, maar alle hulp kwam te laat. De dood van Mardoquin liet diepe sporen na, zowel in Atima, als in België. Mardoquin was een bekend en geliefd persoon in Atima, waar hij vooral faam had gemaakt als paardenfokker. Maar bovenal had hij zich de laatste jaren ontpopt als medebezieler van het koffieproject. Voor het eerst in jaren, na enkele tegenslagen op persoonlijk vlak, had hij eindelijk weer de energie en inspiratie gevonden om iets positiefs te maken van zijn leven, en om, ondanks de afstand, dichter dan ooit bij zijn zoon te komen staan.

Mardoquin "Quin" Alba

Mardoquin "Quin" Alba

Even werd getwijfeld aan het koffieproject. Mardoquin was de vertrouwenspersoon van Rony. Was het wel verantwoord en verstandig en überhaupt mogelijk om snel een nieuwe persoon te vinden die met hart en ziel aan dit project zou kunnen meewerken? Want ondanks de hechte band tussen de familie, blijft de afstand heel groot, dus ook ter plaatse was er nood aan een coördinator die het overzicht bewaarde en zag waar de noden lagen. Even werd overwogen om het project af te blazen en alles weer te verkopen, maar al snel bleek dat dit geen optie was. Dit was niet meer alleen een droom van een oud-inwoner van Atima die al jarenlang in België woonde. Neen, dit was de droom geworden van een volledig dorp dat maar al te graag meewerkte aan de vooruitgang van de economie ter plaatse.

Bovendien had Mardoquin ook twee minderjarige zonen nagelaten die er plots, van de ene dag op de andere, helemaal alleen voor stonden. Rony overlegde met een aantal mensen uit het dorp en toen kwam alles in een stroomversnelling. De coördinatie in Honduras zou overgelaten worden aan een oom van Rony met wie hij in zijn jeugd ook al heel nauw had samengewerkt en met wie hij dus ook een vertrouwensband had opgebouwd. Op dat moment werd ook besloten dat de koffie hier in België genoemd zou worden naar Mardoquin, en verkocht zou worden als “Koffie Quin”.

De zonen van Mardoquin werden ook betrokken bij het project. Zij spendeerden al hun vrije tijd na de schooluren maar al te graag op de plantage. Er werd ook een tweedehands pick-up uit België verscheept naar Honduras zodat er niet meer de hele tijd vervoer moest gezocht en betaald worden om de vele werkwilligen uit het dorp naar de plantage te vervoeren.

Tegelijkertijd werd ook begonnen met de bouw van een huis vlakbij de plantage. Dat huis zal dienst doen als opslagplaats en verwerkingsplaats voor de koffie. Er wordt ook een ruimte voorzien waar de plukkers tijdens het oogstseizoen kunnen verblijven.

Huis op de plantage

Huis op de plantage

Water voor de plantage kan gehaald worden uit een natuurlijke waterput die zich vlakbij het terrein bevindt. Op de plantage zelf wordt voor natuurlijke schaduw voor de planten gezorgd door allerlei fruitbomen (bananen, mandarijnen, sinaasappelen,...)

Fruitbomen tussen de koffieplanten op de plantage

Fruitbomen tussen de koffieplanten op de plantage

In december 2017 was het grote moment eindelijk aangebroken en kon de eerste oogst van de eerste planten aanvangen. Die oogst leverde zo’n 700 kg koffie op.

Na heel wat administratief uitzoekwerk en hulp van een aantal instanties en mensen in Belgïe en Honduras kon de koffie dan eindelijk begin augustus 2018 in België toekomen en kunnen we starten met de volgende fase: het branden en verkopen van de koffie. Ondertussen ligt de plantage in Honduras uiteraard niet stil, en groeien op de planten al volop nieuwe koffiebonen voor de volgende oogst.

Nieuwe koffiebonen voor oogst 2018-2019

Nieuwe koffiebonen voor oogst 2018-2019